Zorg
1 / 54
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Zorg
Slide 2 - Woordweb
Beroepen in de zorg
Slide 3 - Woordweb
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Video
Zoek de fout in het filmpje.
Wat doen we nu anders?
Wat doen we nu anders?
Slide 7 - Open vraag
Slide 8 - Video
Wat betekent 'immuniteit'?
A
Dat je niet besmet bent omdat medicatie werkt.
B
Dat je nog geen symptomen hebt.
C
Dat je wel besmet bent maar de ziekte niet (meer) krijgt.
D
Dat je niet besmet kan worden.
Slide 9 - Quizvraag
Hoeveel tanden heeft een volwassen mens?
A
28
B
32
C
36
D
37
Slide 10 - Quizvraag
Wat is een voorkeurshouding?
A
Hoe je het liefst op de bank zit.
B
Als een baby meer dan 50% van de tijd het hoofdje op dezelfde positie houdt.
C
Als een baby meer dan 75% van de tijd het hoofdje op dezelfde positie houdt.
D
Als een baby een afgeplat hoofdje heeft.
Slide 11 - Quizvraag
Hoeveel tanden heeft een kind met een volledig melkgebit?
A
10
B
15
C
20
D
25
Slide 12 - Quizvraag
Welke kwaal wordt hier beschreven?
"Er komen rode vlekken of bultjes in het gezicht, vooral bij de neus en de mond.
De plekken kunnen ook op andere delen van het lichaam zitten.
De ontsteking begint soms op een plaats waar al een wondje zit.
De bultjes worden blaasjes met vocht erin.
Als de blaasjes open gaan, worden het natte plekjes met gele korstjes.
De plekken met blaasjes en korstjes kunnen snel groter worden.
De plekken kunnen pijn doen en jeuken."
"Er komen rode vlekken of bultjes in het gezicht, vooral bij de neus en de mond.
De plekken kunnen ook op andere delen van het lichaam zitten.
De ontsteking begint soms op een plaats waar al een wondje zit.
De bultjes worden blaasjes met vocht erin.
Als de blaasjes open gaan, worden het natte plekjes met gele korstjes.
De plekken met blaasjes en korstjes kunnen snel groter worden.
De plekken kunnen pijn doen en jeuken."
A
Rode hond
B
Krentenbaard
C
Herpes
D
Waterpokken
Slide 13 - Quizvraag
Hoe noemen we het rood omcirkelde onderdeel?
A
Pinguïn
B
Rekstang
C
Tilstang
D
Papegaai
Slide 14 - Quizvraag
Waar dienen de zijhekken van een zorgbed voor?
Slide 15 - Open vraag
Waarom is het belangrijk om ergonomisch te werken?
A
Zodat je de zorgvrager extra goed kan helpen.
B
Zodat je jouw eigen lichaam niet teveel belast.
C
D
Om zelfredzaamheid te verhogen.
Slide 16 - Quizvraag
Op welke hoogte moet het matras van een zorgbed zijn als jij de zorgvrager moet ondersteunen?
A
Op mijn schouderhoogte.
B
Net boven mijn heuphoogte.
C
Dat maakt niet uit, als je maar snel helpt.
D
Op mijn bovenbeenhoogte.
Slide 17 - Quizvraag
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Wat is een mantelzorger?
A
Iemand die mantels verzorgt.
B
Iemand die in de thuiszorg werkt.
C
Iemand die vrijwilliger is in de zorg.
D
Iemand die vrijwillig een bekend persoon helpt die hulpbehoevend is.
Slide 20 - Quizvraag
Waarom is het belangrijk om iemand na het wassen goed af te drogen?
A
Anders krijgen ze het koud
B
Omdat er anders kans is op ontstekingen
C
Omdat ze anders jeuk krijgen
D
Omdat dat fijner is
Slide 21 - Quizvraag
Noem een voorbeeld van persoonlijke verzorging waarbij je een zorgvrager kunt helpen in de avond:
Slide 22 - Woordweb
Wat is de allereerste handeling die je uitvoert als je bij een zorgvrager binnenkomt?
A
Je wast je handen
B
Je wast je handen
C
Je wast je handen
D
Je wast je handen
Slide 23 - Quizvraag
Leg in eigen woorden uit wat "empathie" betekent
Slide 24 - Open vraag
Leg uit wat je zegt en doet als iemand zich ernstig verslikt
Slide 25 - Open vraag
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Link
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Tekstslide
Wanneer bel je 112 bij een bloedneus?
A
Als de bloeding na 10 minuten nog niet gestopt is
B
Als de bloedneus komt door een ongeval of val op het hoofd
C
Als de bloedneus vaker op de dag komt
D
Als de bloeding komt door het snuiten van de neus
Slide 31 - Quizvraag
Waarom is het voor kinderen belangrijk hun handen te wassen na het spelen?
Slide 32 - Open vraag
Als je je handen wast, is het belangrijk om altijd zeep te gebruiken.
Waar of niet waar?
Waar of niet waar?
Slide 33 - Open vraag
Dyslexie is een voorbeeld van een:
A
gedragsstoornis
B
psychische stoornis
C
ontwikkelstoornis
D
leerstoornis
Slide 34 - Quizvraag
Mensen met dyscalculie hebben grote problemen met ...
A
aardrijkskunde
B
taal
C
rekenen
D
grafieken
Slide 35 - Quizvraag
'Ze hebben onder andere moeite met concentratie, aandacht en zich richten op een taak'.
Dit gaat over iemand met...
Dit gaat over iemand met...
A
Dyslexie
B
Dyscalculie
C
ADHD
D
PDD-NOS
Slide 36 - Quizvraag
'Ze hebben vaak moeite met sociale en communicatieve situaties.'
Dit gaat over mensen met ...
Dit gaat over mensen met ...
A
PDD-NOS
B
ADHD
C
Dyslexie
D
Dyscalculie
Slide 37 - Quizvraag
Wat wordt bedoeld met
'non-verbale communicatie'?
'non-verbale communicatie'?
A
Communicatie die je uitspreekt
B
Communicatie die je met je lichaam laat zien (lichaamstaal)
C
Communicatie tussen jou en een goede vriend
D
Communicatie die je spreekt + lichaamstaal samen
Slide 38 - Quizvraag
Waar is onderstaand plaatje een voorbeeld van?
Slide 39 - Open vraag
Slide 40 - Tekstslide
Slide 41 - Tekstslide
Slide 42 - Tekstslide
Waarom is een warming up voor een training/wedstrijd belangrijk?
Slide 43 - Open vraag
Wat is het nut van stretchen na een training?
A
Het voelt lekker
B
Het drijft afvalstoffen weg
C
Het verhoogt je flexibiliteit
D
Het vermindert spierpijn
Slide 44 - Quizvraag
Hoe lang duurt een goede cooling down ongeveer?
A
0 - 5 min.
B
5 - 10 min.
C
10 - 15 min
D
15 - 20 min.
Slide 45 - Quizvraag
Wat kan het gevolg zijn van géén cooling down doen na een training?
A
Duizeligheid (en flauwvallen)
B
Blessures
C
Vermoeidheid
D
Hoofdpijn
Slide 46 - Quizvraag
Bij een blauwe, opgezwollen huid is er meestal sprake van ...
A
Een ontwrichting
B
Een kneuzing
C
Een botbreuk
D
Een open botbreuk
Slide 47 - Quizvraag
Wanneer leg je een wonddrukverband aan?
A
Bij een ontwrichting
B
Bij een botbreuk
C
Bij een lichte bloeding
D
Bij een hevige bloeding
Slide 48 - Quizvraag
Slide 49 - Tekstslide
Welk woord hoort er op het paarse vlak te staan?